DE GOUDEN EEUW | ONDERNEMERSGEEST
Daar waar in de gouden eeuw de rijke kooplieden hun stadspaleizen bouwden, staat nu De Bary. De verhalen uit de historie geven karakter aan het nu.
Wat heeft De Bary?
- Historische waarde
- Architectonische aantrekkingskracht
- Monumentale allure
- Klassieke chic
- Roemruchte verhalen
Gouden Eeuw
Handelscentrum Amsterdam groeide in de Gouden Eeuw uit tot het handelscentrum van de wereld. Logisch dat de stad moest uitbreiden om het groeiende aantal inwoners te kunnen huisvesten. De gemeenteraad ontwierp hiervoor een plan en de grachtengordel werd verlengd tot voorbij de Amstel. Koopmansgezinnen met voldoende geld voor een dubbele kavel vestigden zich in de Gouden Bocht aan de Herengracht en de grachtenpanden Herengracht 448-458 werden gebouwd. Zij investeerden flink in architectuur en ornamenten en importeerden bouwmaterialen vanuit de hele wereld. Deze eerste bewoners creëerden ware stadspaleizen die hun financiële en maatschappelijke succes weerspiegelden.
18e Eeuw: Zwierige Franse stijl De gouden succes story van de panden hield niet op na de zeventiende eeuw. In de achttiende eeuw renoveerden de bewoners hun woningen in de stijl van hun tijd. De sobere en formele stijl van het Nederlandse classicisme werd vervangen voor de Lodewijk XIV stijl met uitbundig gipsen gietwerk op de plafonds, houten lambrisering en zware marmeren vloeren. Van de oorspronkelijke 17e eeuwse binnenhuisarchitectuur is daarom nu niet veel meer over.
Ondernemersgeest
Bankier de Bary De zes grachtenhuizen op Herengracht 448 t/m 458 hebben ieder een eigen geschiedenis, grotendeels bepaald door hun roemruchte bewoners. Daar kwam verandering in toen vanaf 1919 de bankier H. Albert De Bary de panden een voor een kocht en ze samenvoegde tot één kantoor. Zonder zijn expansiedrang had dit complex in de huidige vorm niet bestaan. Daarom heet Herengracht 450 nu De Bary. En in die veelzijdige geschiedenis van de panden en de mensen die er gewoond en gewerkt hebben, is een constante factor te vinden: ondernemersgeest.
De Deutsche Bank Vanaf de twintigste eeuw raken de zes grachtenpanden met elkaar verweven. Tussen 1919 en 1965 werden de nummers 448 tot en met 458 een voor een aangekocht door Handelsmaatschappij H. Albert De Bary & Co. Deze financiële instelling opereerde als de Nederlandse tak van Deutsche Bank en ging in de tachtiger jaren helemaal samen. Albert De Bary liet doorgangen maken tussen de gebouwen waardoor een complexe plattegrond ontstond. De afzonderlijke tuinen werden verenigd tot één tuin en het oorspronkelijke 17e -eeuwse tuinhuis werd gebruikt als werkplaats. In de jaren die volgden vonden er op- en uitbouwen plaats.